![logo-zwart logo-zwart](/export/ad/ad59329DJKqloqcjh.jpeg)
Binnenschepenwet
Artikel 23a
1
Het groot vaarbewijs, afgegeven voor de 50-jarige leeftijd van de houder, is geldig tot de dag waarop hij de leeftijd van 50 jaar en drie maanden bereikt.
2
Het groot vaarbewijs, afgegeven na het bereiken van de 50-jarige, doch voor het bereiken van de 55-jarige leeftijd van de houder, is geldig tot de dag waarop hij de leeftijd van 55 jaar en drie maanden bereikt.
3
Het groot vaarbewijs, afgegeven na het bereiken van de 55-jarige, doch voor het bereiken van de 60-jarige leeftijd van de houder, is geldig tot de dag waarop hij de leeftijd van 60 jaar en drie maanden bereikt.
4
Het groot vaarbewijs, afgegeven na het bereiken van de 60-jarige, doch voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de houder, is geldig tot de dag waarop hij de leeftijd van 65 jaar en drie maanden bereikt.
5
Het groot vaarbewijs, afgegeven na het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de houder, is geldig tot drie maanden na de eerstvolgende verjaardag van de houder.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.